Sander Hunink
Ecologica
Wet natuurbescherming: lust of last?
Per 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming in werking getreden. Deze wet heeft verschillende consequenties voor de wijze waarop overheden en ondernemers de natuur kunnen beschermen. In mijn presentatie verken ik de uitwerking van de wet door de verschillende bevoegde gezagen. Ik bekijk hierbij in hoeverre de decentralisatie van bevoegdheden en verantwoordelijkheden zullen leiden tot het bereiken van de gewenste doelstelling van de wet: de waarborg van bescherming van de biodiversiteit zonder verhoging van lasten voor burgers en ondernemers. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen in uitwerking? Zullen deze bijdragen aan het halen van de doelstelling? En wat zijn de kansen en valkuilen voor zowel de bescherming van natuur als het ontlasten van ondernemers?
Bart Engels
Waterschap Aa en Maas
Blauwe poort Laarbeek - innovatieve wateropgaven combineren met beleefbare natuur
In 2015 is waterschap Aa en Maas samen met haar partners, waaronder de gemeente Laarbeek, gestart met het project Blauwe Poort Laarbeek. Dit project heeft betrekking op het gebied ten noordoosten van Beek en Donk en is er op gericht om in een integrale gebiedsontwikkeling meerdere doelen te realiseren: beekherstel, aanleg van een ecologische verbindingszone (EVZ), oplossen van wateroverlast, realiseren waterberging, een ‘innovatieve waterhouderij’, het realiseren van recreatieve fiets- en wandelverbindingen en het versterken van cultuurhistorische en landschappelijke waarden. In 2016 is er een gebiedsvisie opgesteld met de streek welke een basis vormt voor de verdere uitwerking van de plannen. In 2017 zullen eerst de waterberging en waterhouderij worden gerealiseerd. Zodra de benodigde gronden zijn verworven zullen ook de onderdelen beekherstel en ecologische verbindingszone worden gerealiseerd. Behalve een piekberging voor het opvangen van regionale en stedelijke wateroverlast wordt met de waterhouderij ook invulling gegeven aan het op een slimme manier vasthouden van water voor droge perioden. Naast het oplossen van waterknelpunten zijn ecologie (onder meer verbeteren kansen voor weidevogels), cultuurhistorie en beheer van het gebied door agrariërs belangrijke speerpunten in het project. De gemeente Laarbeek profileert zich ook graag als ‘Waterpoort’ van de Peel. Dit maakt ook dat zichtbaarheid en beleving van water een belangrijk aandachtspunt is van het project. Deze integraliteit van functies is een mooie uitdaging voor het projectteam om mee aan de slag te gaan en een functioneel maar ook een mooi en voor een ieder beleefbaar gebied te realiseren.
Chris van Turnhout
Teamleider Monitoring en senior onderzoeker bij SOVON
De rol van de landelijke vogelmeetnetten in natuurbeheer en –beleid
Het Nederlandse natuurbeheer en -beleid zijn volop in beweging, denk bijvoorbeeld aan de ontwikkelingen binnen ANLb, SNL en PAS. Monitoring vormt een belangrijk onderdeel van de noodzakelijke informatievoorziening, en dient dus in deze veranderingen mee te gaan. In deze presentatie wordt uiteengezet hoe telgegevens van vogels bijdragen aan de kennisontwikkeling en hoe de vogelmeetnetten van het Netwerk Ecologische Monitoring proberen in te spelen op de veranderende informatiebehoeften van beheerders en beleidsmakers.
Laurens Sparrius
Projectleider bij BLWG
Bijzondere korstmossen op onverwachte plekken buiten natuurgebieden
Korstmossen zijn een symbiose van een schimmel en een alg en staan bekend om hun gevoeligheid voor luchtvervuiling en hebben een voorkeur voor droge pioniermilieus. Groeiplaatsen vinden we op bomen, steen en op de grond. De grootste diversiteit vinden we buiten natuurgebieden. Zo’n tien vrijwilligers van de BLWG brengen al ruim 30 jaar korstmossen in Nederland in kaart. In deze presentatie komt een breed spectrum aan opmerkelijke leefgebieden voorbij, van zeedijken tot begraafplaatsen en van wegbermen tot stadsparken.
Jurgen Couckuyt
Conservator bij Vlaamse Vereniging voor Entomologie
Sinusbeheer, anders maaien voor insecten
Sinusbeheer is initieel ontwikkeld voor dagvlinders, maar is nuttig voor alle diergroepen en in het bijzonder insecten. Geconfronteerd met de nadelige omgevingsfactoren van de te beheren gebieden, is klassiek graslandbeheer in de ogen van de terreinbeheerder, niet toereikend meer in de huidige verstedelijkte- en intensieve agrarische omgeving. Botanisch beheer en faunabeheer zijn als het ware verweven in elkaar waarbij voldoende nectaraanbod, micro-klimaat en overwinteringsmogelijkheden centraal staan. Kortom, je beheert het gebied op microschaal waarbij alle aspecten die insecten nodig hebben, aanwezig blijven doorheen het ganse seizoen. Geen dilemma's meer voor de graslandbeheerder wanneer niet en wanneer wel te maaien, maar ongeremd verschralen met behoud van insecten.
Glenn Lelieveld
Eigenaar Averti Ecologie
De terugkeer van de wolf in Nederland
In maart 2015 liet de Duitse Wanderwolf een spoor van waarnemingen en aangevallen schapen door Nederland achter. Zijn aanwezigheid kreeg veel media-aandacht en riep veel discussie op. Averti Ecologie presenteert namens Wolven in Nederland de meest essentiële informatie over dit bezoek en over de herkomst en verdere achtergrond van Wanderwolf. Daarnaast komen aan bod een overzicht van een andere in Nederland (mogelijk) waargenomen wolven in de periode 1990-2015 en (indien 30minuten) een mini-cursus wolf herkennen!
Edzard van de Water
Senior Projectleider programma Nieuwe Natuur bij Provincie Flevoland
Nieuwe natuur, hoe creëren we die samen?
In 2013 is de provincie Flevoland gestart met het programma Nieuwe Natuur. Doel van het programma is om tussen de 800 en 900 hectare nieuwe natuur te realiseren binnen de provinciegrenzen. Daarbij is nadrukkelijk gekozen om de natuur niet door de overheid maar door Flevolandse inwoners en organisaties te laten ontwerpen en uitvoeren. Natuur dicht bij de mensen, voor en door diezelfde mensen. Bottom-up natuurrealisatie is nieuw, toen we eraan begonnen wisten we nog niet precies wat we zouden tegenkomen en hoe daar dan mee om te gaan. Learning by doing past goed bij Flevoland. We zijn nu ruim 3 jaar verder en kunnen voorzichtig een tussenbalans opmaken. Tijdens de presentatie wordt u meegenomen in het proces dat we tot nu toe hebben doorlopen. Wat zijn we onderweg tegen gekomen, hoe hebben we daar op gestuurd en wat hebben we ervan geleerd? Levert natuurrealisatie ‘nieuwe stijl’ op wat we ervan hadden verwacht en wat vraagt het aan inzet van de overheid om toch aansluiting te kunnen houden op de heersende visie op natuur en natuurwaarden? We delen onze ervaringen graag met u.
Rienk-Jan Bijlsma
Onderzoeker ecologie bij Wageningen University Research
Voorbij natuurherstel volgens het doelenboekje
Natuurherstel en -ontwikkeling kosten veel geld en worden daarom steeds meer gericht op kwalificerende natuur: natuur volgens het boekje. Dat is effectief en efficiënt. En uiteindelijk virtueel want monitoring richt zich op doelsoorten en ontwikkelingen die zijn ontleend aan verouderde en vaak alleen op flora en vegetatietypen betrokken referentiebeelden. Zowel nieuwe knelpunten als nieuwe kwaliteiten worden niet of te laat opgemerkt. Is er een uitweg? En wat betekent dat voor het doelenboekje?
Frank van de Meutter
Senior onderzoeker bij Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
Tuinbiodiversiteit wat is het, en ís het wat?
Tuinbiodiversiteit is hip. Je leest er zowat overal over, en veel mensen die een tuin hebben zeggen dat ze graag veel natuur in de tuin hebben. Maar hoe doe je dat? En is al het werk daarvoor wel de moeite waard? Hoeveel biodiversiteit kan er in een tuin zijn? En welke soorten mag je verwachten? Heel veel vragen, maar jammer genoeg hebben we in de lage landen op die vragen nog nauwelijks antwoorden. Door wat startte als een eenvoudig hobbyprojectje in een Vlaamse tuin probeer ik tuinbiodiversiteit op de kaart te zetten, en zo een aanzet te geven naar een meer feitelijk onderbouwd discours rond tuinbiodiversiteit.
Karl Eichhorn & Robert Ketelaar
Eichhorn Ecologie & Natuurmonumenten
Kruiden- en faunarijk grasland ontwikkelen op zandgronden
Hoe zijn soortenarme "witbolgraslanden" op de droge zandgronden het beste te ontwikkelen tot waardevolle kruiden- en faunarijke graslanden? In dit rapport wordt een overzicht gegeven van de uiteenlopende mogelijkheden in het herstel- en eindbeheer die de terreinbeheerder tot zijn beschikking heeft. Tevens wordt hierin een onderzoek beschreven dat laat zien dat er veel meer dynamiek noodzakelijk is in deze graslanden. Op basis van dit onderzoek worden daarom enkele nieuwe beheermaatregelen aanbevolen. Dit rapport is een waardevolle aanvulling op het bekende boekje "Ontwikkelen van kruidenrijk grasland" voor de zandgronden.
Franck Kuiper
Strategisch beleidsadviseur bij Provincie Noord Holland
Lerend beheren in agrarisch natuurbeheer: kansloos, kansrijk of laatste kans?
Wat valt er na veertig jaar agrarisch natuurbeheer nog te leren? Net als bij het overige natuurbeheer geldt ook hier, dat we nog genoeg kunnen leren. Sinds 1975 zoekt de overheid naar stimulansen voor het effectief combineren van agrarische productie met beheer van natuurwaarden. Natuurwaarden die kenmerkend zijn voor het agrarische cultuurlandschap. De laatste twee decennia gebeurt het beheer steeds vaker vanuit samenwerking van boeren, in verenigingen en collectieven. Samenwerking om samen te beheren, kennis te delen en te leren. Een samenwerking die de Europese Commissie inspireert als mogelijk voertuig voor vergroening, op weg naar natuurinclusieve landbouw. Alleen al door de omvang van het agrarisch gebied, is een ecologische verwoestijning daarvan ongewenst. Door die omvang zijn de kenmerkende natuurwaarden bovendien ook omvangrijk. Het landelijk gebied ecologisch opgeven is geen optie, doorleren is dat wel. De boer moet een belegde boterham leren verdienen met zowel economische als ecologische verdiensten. Wat ging er goed, wat kon beter? Wat is verloren, wat kunnen we behouden? Wat is haalbaar, wat betaalbaar? Waar gaan we voor? Voer voor een leerzame discussie.
Rudy van Diggelen
Onderzoeksgroep Ecosysteembeheer ECOBE bij Universiteit Antwerpen
Van landbouwgrond naar schrale natuur; Leiden alle wegen naar Rome?
Voor de inrichting van natuur in de EHS zijn flinke oppervlaktes landbouwgrond geselecteerd om te worden omgevormd naar natuur. Vaak worden daarbij natuurdoeltypen nagestreefd die voedselarme bodemcondities vereisen en dit staat haaks op de aanwezigheid van grote N en P voorraden in de huidige landbouwgronden. Een omvorming naar nutriëntenarme bodems stelt het beleid en beheer dan ook voor grote uitdagingen. Inrichtingsmaatregelen hebben een wisselend succes en maatregelen als plaggen en/of langdurig maaien kosten veel geld. Daarnaast is er veel discussie over sommige herstelstrategieën zoals ontgronden. Deels omdat andere, minder ingrijpende maatregelen effectief zouden zijn en rigoureus ingrijpen in de bodem (archeologie, bodemleven, regeneratievermogen)) bezwaarlijk wordt gevonden. Om deze problemen te analyseren is er vanuit het Overlevingsplan Bos en Natuur OBN een onderzoeksproject uitgevoerd om op basis van gepubliceerde kennis en een veldevaluatie van enkele tientallen herstelprojecten diverse technieken met elkaar te vergelijken: leiden ze allen tot het gevraagde resultaat, hoe efficiënt zijn ze, zijn er additionele voordelen of bezwaren?
Leon van den Berg en Maaike Weijters
Bosgroep Zuid Nederland en Onderzoekscentrum B-WARE
Mineraalgift als maatregel tegen verzuring
De problematiek van verzuring en vermesting leidt al jaren tot een verarming van de biodiversiteit en verschuivingen in flora- en faunagemeenschappen. Bodemverzuring lijkt een probleem uit het verre verleden, maar blijkt ondanks vermindering van de verzurende (zwavel) depositie nog steeds door te gaan. Sinds de jaren 90 van vorige eeuw worden maatregelen als bekalking en bemesting in het kader van de effect gerichte maatregelen (EGM) tegen verzuring uitgevoerd. Deze maatregelen zijn effectief geweest in het beschermen en behouden van enkele zeldzame soorten en bijzondere terreinen. Uit recent onderzoek blijkt echter door de sterke zuurlast ook de minerale voorraad uit de bodem te zijn aangetast, en daarmee de motor voor het zuur-herstellend vermogen van de bodem. Hier lijkt dan ook de sleutel te liggen voor duurzaam herstel van de aangetaste bossen en heideterreinen op de verzuurde zandgronden. In deze presentatie wordt een overzicht gegeven van het nut en noodzaak van herstel van de mineralogie en worden de eerste resultaten gepresenteerd van addities van steenmeel in de Nederlandse natuur.
Wout Opdekamp
Coördinator Life Kleine Nete bij Natuurpunt
Life Kleine Nete: natuurherstel in een Vlaamse context
Sinds de start van het LIFE-programma in 1992 participeerde Natuurpunt reeds in meer dan 30 projecten. Hier nemen we jullie mee naar de benedenloop van de Kleine Nete in de provincie Antwerpen. Ondanks bedreigingen zoals versnippering, vermesting, vind je er nog overgangen van duingraslanden naar beekbegeleidende bossen, zoetwatergetijdezones met zomerklokjes, dartelende beekrombouten. De afgelopen zes jaar werd er hard gewerkt om de resterende snippers natuur te versterken. In deze presentatie lichten we toe welke moeilijkheden we onderweg tegenkwamen en laten we enkele eerste resultaten zien.
Narda van der Krogt & Youri Jongkoen
Communicatieadviseurs en -trainers bij Communicatiebureau de Lynx
Workshop 'Kruip in de huid van je doelgroep'
Ook als ecoloog heb je met doelgroepen te maken: een landgoedeigenaar die jou inhuurt, een gemeente die advies nodig heeft, een hondenbezitter die zijn hond niet los mag laten lopen of een boswachter die het heideblauwtje moet beschermen. In al die gevallen geldt: leef je in in de ander, en de communicatie verloopt een stuk soepeler. Je hebt meer begrip voor elkaar en bereikt je doelen eenvoudiger. Hoe je dat doet? In deze workshop oefenen we met het fenomeen 'persona' en kruip je in de huid van je doelgroep.
Jos de Punder
Voorzitter European Green Academy
Voedselbossen voor een duurzame inrichting en economie binnen het landelijk gebied
Als een van de actuele thema's rond het belangrijkste levende organisme de boom, hebben we tot taak gesteld de 3 dragers (landbouw, natuur en toerisme) in het buitengebied met elkaar te verbinden tot, niet 3 afzonderlijke maar één economie. Vanuit kenniscentrum Euga (European Green Academy) worden op dit moment de lijnen gelegd, ontwikkeld en uitgevoerd met als gezamenlijk doel, een proeftuin en voedsellandschap in de natuurlijke en toeristische omgeving van Oisterwijk. Nieuw landschap of eigenlijk gewoon zoals het ooit was!
Mari de Bijl
Beheerder bij Brabants Landschap
De complexiteit van een visvijvercomplex
Het beheer van terreinen die hun oorspronkelijke functie verloren zijn kan een hele uitdaging blijken, zeker wanneer het deels juist die oorspronkelijke functie was die geleid heeft tot allerlei specifieke natuurwaarden. Dit speelt in een deel van landgoed Valkenhorst, dat ontstaan is als viskwekerij, maar tegenwoordig net als de rest van het terrein primair een natuurfunctie heeft. Hoe vul je het gat dat het wegvallen van het oorspronkelijke gebruik heeft achtergelaten, hoe ga je om met het ontbreken van natuurlijke referentiesituaties en hoe behoud je de samenhang in het terrein? Dat ook partijen als het waterschap en rijkswaterstaat allerlei ideeën hebben is zowel een gouden kans als een complicerende factor. Een terugblik op de beheermaatregelen van de laatste 15 jaar, bij de visvijvers en in de rest van het terrein. Wat is de geschiedenis en waar ligt de toekomst? Wat is er veranderd? Wat is er bereikt? Kunnen we ooit tevreden zijn? Welke uitdagingen liggen er nog? Beheerder Mari de Bijl van Brabants Landschap neemt u virtueel mee dit unieke gebied in.
Kamiel Spoelstra
Nederlands Instituut voor Ecologie
Effecten van nachtelijk kunstlicht: winst en verlies van habitat
Nachtelijk kunstlicht is overal en het blijft maar toenemen. Effecten op fauna zijn veelal lastig te meten in het vrije veld – vanwege variatie in gedrag en dichtheid, maar ook omdat gevolgen vaak subtiel zijn of pas na lange tijd zichtbaar. Om meer inzicht te krijgen in de verborgen effecten van lichtvervuiling hebben wetenschappers van het NIOO en de WUR in samenwerking met landelijke PGO’s en terreinbeheerders natuurlijk terrein experimenteel verlicht. Na vijf jaar consequent meten is er intussen een veel beter beeld van de effecten van verschillende kleuren licht op onder andere vleermuizen, roofdieren, muizen en vogels. Het aantonen van consequenties op populatieniveau blijkt voorlopig nog een uitdaging.
Annelies Blankena
VBNE
Essentaksterfte
Na een aantal jaren essentaksterfte is het tijd om ervaringen en nieuwe kennis bij elkaar te zetten. De VBNE heeft een geüpdate praktijkhandleiding met de nieuwste inzichten en beheeradviezen voor gezonde en zieke essen geschreven. Hoe gaat u om met een essenproductiebos of wat doet u met een monumentale knotes? En dat essenhakhout met bijzondere soorten? Lastige vragen waar we u graag mee op weg helpen.
Esther Vogelaar
Gemeente Den Haag
Natuurinclusief bouwen: gaan woningbouwcorporaties het verschil maken?
Veel dier- en plantensoorten zijn afhankelijk van onze steden. Tegelijkertijd staat onze stadsnatuur onder druk door allerlei ontwikkelingen zoals onze huidige manier van bouwen en na-isolatie (klimaatneutrale ambities), het verdwijnen van privé en openbaar groen al dan niet in combinatie met stadsverdichting. In november 2015 is door de Haagse Gemeenteraad de motie “Natuurinclusief bouwen” aangenomen. Hierin werd aandacht gevraagd voor deze diersoorten. Een uitgesproken kans om dit onderwerp verder uit te werken. Dit heeft geleid tot een beleidsdocument dat verder gaat dan het incidenteel ophangen van nestkasten. Een van de opgaven is om als gemeente Den Haag in ieder geval met de drie grote woningbouwcorporaties gezamenlijk te werken aan “natuurinclusief bouwen”. Gaat ons dit lukken?
Jan Willem van der Vegte
PAS-bureau BIJ12
De PAS-belofte; balans tussen natuur en economie. Hoe staat het ervoor?
Gezonde natuur en ruimte voor economische ontwikkeling zijn doelen van het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Na ruim anderhalf jaar tekenen de eerste tussenresultaten zich af. Verbetert de balans tussen natuur en economie? Welke resultaten zien we al? En: waar liggen de grootste uitdagingen? Het PAS-bureau presenteert de eerste monitoringresultaten en laat zien wat nog nodig is om van de PAS een succes te maken.