ir. Wiebe Lammers en dr. Hein van Kleef
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en Stichting Bargerveen
Exotenbestrijding; nut, noodzaak, actualiteit en best practice
Zowel de exotenproblematiek zelf, als de aandacht vanuit beleid en beheer nemen sterk toe. Er is veel over te doen, er wordt veel ervaring opgedaan, maar er is ook nog veel onduidelijk. We starten het symposium plenair met dit thema, waarbij zowel de beleidsmatige kant als de praktijkaspecten worden belicht. Hoe zit het nu echt met de wet- en regelgeving? Verder zullen verantwoordelijkheden worden belicht; wie móet wat en wie dóet wat? Wat werkt en wat werkt niet? Hoe wordt deze kennis en ervaring uitgewisseld? Met name over soorten als de (Japanse) duizendknopen, grote waternavel en watercrassula worden veel vragen gesteld. Onder water is de problematiek wellicht minder zichtbaar, maar zeker zo groot. Wat is er hier nog mogelijk?
Drs. Rita Oppenhuizen
Natuurmonumenten
Marker Wadden, nieuw natuurparadijs in het hart van Nederland
Marker Wadden is een uniek project dat bijdraagt aan het natuurherstel van het Markermeer door de aanleg van eilanden met zand, klei en slib uit het Markermeer. Nog nooit eerder in de geschiedenis werd een totaal nieuw ecosysteem gebouwd en zeker niet op zo’n grote schaal. Met de aanleg van dijken en harde oevers daalde het leven in het Markermeer in rap tempo. Daar komt nu verandering met de innovatieve aanleg van slib eilanden met natuurlijke oevers. De belangrijkste doelen van het project Marker Wadden zijn verbeteren van de waterkwaliteit, herstel van natuur, ruimte voor innovatieve waterbouw en een nieuwe recreatie bestemming. In deze presentatie wordt ingegaan op de meest recente ontwikkelingen en resultaten. Steeds meer plant- en diersoorten worden gezien en de Marker Wadden blijken een groot broedparadijs voor diverse vogels. We hopen op een nog diversere toekomst.
Drs. Gerard Smit
Bureau Waardenburg
Werkt een gebiedsgerichte ontheffing? Monitoring van de duurzaamheid van een populatie rugstreeppadden.
In het kader van haar gebiedsgerichte ontheffing volgt Haven Amsterdam vanaf 2007 jaarlijks de rugstreeppadden in Westpoort. De eerste jaren lag de nadruk op de aanleg van nieuwe poelen en het volgen van het succes van deze maatregelen. Hoewel de nieuwe poelen vaak succesvol zijn en het eerste jaar al direct in gebruik worden genomen, zegt dat nog weinig over de duurzaamheid van het hele populatienetwerk van de rugstreeppad in Westpoort. Daarom wordt de laatste jaren de samenhang van het populatienetwerk gevolgd. We doen dit met behulp van parameters uit de Netwerk Theorie. We laten zien hoe je hiermee op eenvoudige wijze de robuustheid van het netwerk van poelen kan bepalen en kan kijken of het netwerk kwetsbare plekken heeft. Je kunt Netwerk Theorie ook gebruiken om te bepalen waar een nieuwe poel het beste bijdraagt aan het populatienetwerk.
Dr. ir. Joukje Buiteveld en ir. ing. Ronald Buiting
Centrum Genetische Bronnen Nederland en Buiting Advies
Essentaksterfte: over problematiek en planmatige aanpak
Door de essentaksterfte blijkt grootschalige kap van de es, een belangrijke boomsoort van ons land, onafwendbaar. Dit verhaal bestaat uit twee delen. Als eerste wordt door Jouke Buiteveld kort ingegaan op de achtergrond van de ziekte en de ontwikkelingen in Nederland en omringende landen. Dit heeft geleid tot een zoektocht naar resistente essen om in de toekomst weer essen aan te kunnen planten. Niet alle essen zijn namelijk gevoelig voor de ziekte; een fractie van alle essen lijkt zelfs na zeven jaar essentaksterfte in Nederland nergens last van te hebben. Sinds 2017 roept het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland de hulp van beheerders en het publiek in bij de zoektocht naar de nog gezonde essen middels www.essentaksterfte.nu. De eerste resultaten hiervan worden getoond.
In het tweede deel van deze presentatie wordt ingegaan op de aanpak voor de komende periode. Sinds het voorjaar van 2017 is het namelijk echt goed zichtbaar: essentaksterfte wordt overal in Nederland een groot probleem. En dat juist op locaties waar de Gewone es de beeldbepalende boom is. En vaak ook de enige boom. Dat schreeuwt om een planmatige aanpak! En zeker niet om hier en daar wat lapwerk. Gewoon jaarlijks de zieke bomen opruimen is dus met zekerheid geen oplossing. En wellicht ook nog strijdig met de uitgangspunten van de wet Natuurbescherming. Maar hoe pak je dit grote probleem dan wel aan? In deze lezing gaat Ronald Buiting in op een mogelijke planmatige aanpak in verschillende situaties. Een aanpak die er toe moet leiden dat de noodzakelijke transitie zo geleidelijk mogelijk plaats vindt. En dat met behoud van zowel landschappelijke als ecologische waarden.
Dr. Irma Wynhoff
De Vlinderstichting
Blues in the Marshes – van maïsakker naar mierenblauwtjes
In 2012 zijn Natuurmonumenten, De Vlinderstichting, Staatsbosbeheer, waterschap Aa en Maas en de gemeente Heusden, met financiële ondersteuning van de provincie Noord-Brabant en het Life/Nature programma van de Europese Commissie, een groot natuurherstelproject in het N2000 gebied Vlijmens Ven, Moerputten en Bossche Broek begonnen. Er werden 170 ha fosfaatverzadigde bouwvoor afgegraven die deels voor de kades van een retentiebekken werden gebruikt. De waterhuishouding van het natuurgebied werd losgekoppeld van de landbouw en op de schrale bodems werden vochtige hooilanden ontwikkeld. Deze hooilanden moeten in de toekomst leefgebied van het pimpernelblauwtje worden. Deze mierenparasiet heeft knoopmieren nodig om te kunnen overleven, maar knoopmieren koloniseren natuurontwikkelingsgebieden vaak pas na enkele jaren. Met behulp van veldexperimenten werd onderzocht welke factoren voor de gewenste mierensoorten van belang zijn en hoe deze mieren naar de nieuwe gebieden gelokt konden worden. Aan de voet van Den Bosch ligt nu een vele hectaren groot kleurrijk natuurgebied, maar trekt het behalve recreanten ook bedreigde vlinders aan?
Gert-Jan Koopman
Heem
Verantwoord inzaaien van inheemse kruidachtige, kan dat?
Het inzaaien van inheemse kruiden wordt steeds meer algemeen goed. Maar kan het wel? Vormt het geen bedreiging voor onze bestaande flora en hoe gaan we hiermee om? De ingezaaide zomerse bont gekleurde akkerranden in ons buitengebied; is dat wat we willen? Is het niet veel beter te wachten op spontane vestiging? Kortom: hoe gaan we om met onze inheemse flora en wat is onze verantwoording als het gaat over inzaaien. Wij presenteren ervaringen met het kritisch adviseren over zaaien. Het doel is het succesvol toepassen van natuurlijke vegetaties in de landschappelijke en stedelijke omgeving. Hierbij wordt aangestuurd spontane ontwikkeling, het gebruik van inheemse zaden of het gebruik van zaad uit de directe omgeving. Dat laatste is veel effectiever dan uitleggen van maaisel, waar in de praktijk vaak niet van de gewenste soorten rijp zaad in aanwezig zijn. Het doel is het gewenste eindbeeld niet alleen tijdelijk, maar ook op termijn te realiseren.
Dr. Dick Melman
Wageningen Environmental Research (Alterra)
Beheer-op-Maat; kennissysteem voor lerend beheer voor weidevogels
Door middel van de uitwerking van weidevogelscenario’s wordt het toekomstig beleid voor verbetering van de weidevogelstand vorm gegeven. Belangrijkste signaal was dat zonder veel extra inzet volledige verdwijning van de weidevogels dreigt. Verbetering van het beheer krijgt momenteel veel aandacht. In het nieuwe agrarisch natuurbeheer wordt veel verwacht van lerend beheer: collectieven en onderzoekers die van elkaar leren. Het op een praktische manier ontsluiten van kennis en informatie is daarvoor essentieel. Als hulpmiddel daarvoor is afgelopen jaren het kennissysteem Beheer-op-Maat (BoM) ontwikkeld. In dit online-systeem wordt informatie over de habitatkwaliteit bijeengebracht en in kaartbeelden gepresenteerd. Berekend wordt of er voor de weidevogelpopulatie voldoende kuikenland wordt aangeboden. Collectieven kunnen BoM gebruiken bij het opstellen en evalueren van hun beheerplannen. Hoe werkt dit in de praktijk? Hoe zit het met betrouwbaarheid en nauwkeurigheid? Kan het ook worden gebruikt voor andere leefgebiedtypen? Wat zijn perspectieven voor praktijktoepassing?
René Jochems
GroeiBalans
Bodembiologie als basis voor vegetatieherstel; van pitrus naar blauwe knoop
Het ecosysteem van uw natuurterrein, ofwel de natuur vindt zijn basis in het plankton van de bodem, de bodem (micro)biologie. Wat is de invloed van deze biologie op de plantengroei en andersom? Welke rol speelt deze bodembiologie bij de beschikbaarheid en vasthouden van de mineralen? Kan door middel van gerichte toepassing van bodembiologie er sneller resultaat geboekt worden bij bodem-omvorming of bodemherstel? Aan de hand van praktisch voorbeelden wordt op deze thema's inzicht gegeven. Uit de eerste experimenten in de Kampina (Noord-Brabant) komen in elk geval hoopvolle ontwikkelingen in de graslandkwaliteit.
Drs. Frank Spikmans
RAVON
Beekprik herintroductie in Noord-Brabant; voelt de beekprik zich al thuis?
De beekprik is een zeldzame en kritisch bedreigde soort. Hij komt voor in mooie, schone beken. In de vorige eeuw is de soort op tal van plekken uitgestorven. Het herstel van beken en waterkwaliteit leidt niet zo maar tot de terugkeer van beekprikken. RAVON is een herintroductieproject gestart om de soort duurzaam te behouden in Noord-Brabant. Na een grondig voorstudie is in 2014 het project van start gegaan. In de lezing wordt ingegaan op de aanpak van deze herintroductie. Uit de monitoringsresultaten blijkt of de beekprik zich al thuis voelt in zijn nieuwe leefgebied en of de bronpopulatie niet te lijden heeft.
Drs. Arnold van Kreveld
Bureau Ulucus
Actieve soortbescherming onder de Wet natuurbescherming
Actieve natuurbescherming is een noodzakelijke en inspirerende aanvulling van de meer bekende en besproken passieve bescherming. Het is noodzakelijk om de EU-afspraken te halen; stop van de achteruitgang en waar mogelijk herstel van de biodiversiteit in 2020. Het is inspirerend, omdat het allerlei partijen die zich vaak niet met de natuur bezig houden een kans geeft ook een bijdrage te leveren. Deze presentatie gaat in op een uitgebreide studie in opdracht van EZ door de spreker, samen met Prof. Kees Bastmeijer (Hoogleraar natuurbeschermings- en waterrecht aan de UvT) over de mogelijkheden van actieve soortbescherming binnen de nieuwe wetgeving. De Wet natuurbescherming biedt kansen, en stelt eisen, om actieve bescherming in te vullen. De meest relevante instrumenten van de Wet natuurbescherming worden toegelicht, deels aan de hand van concrete voorbeelden. Ook kansen buiten de Wet natuurbescherming worden toegelicht.
Dr. Eva Remke
Onderzoekcentrum B-WARE
Ecologisch beheer van graslanden en bermen in de stad – weten we het al?
Binnen steden en bebouwd gebied liggen veel verschillende typen groenstroken en bermen. Sinds de jaren ‘80 worden deze steeds meer op een ecologische manier beheerd. Er is al eerder gebleken dat aantallen vlinders bij ecologisch beheer gemiddeld niet achteruit gaan, zoals op plekken met gangbaar beheer wel het geval is. Maar kan het niet beter? Kunnen we geen condities creëren waaronder het aantal vlinders weer toeneemt? We presenteren de resultaten van eigen onderzoek in samenwerking met de Vlinderstichting. Daarbij zijn de monitoringgegevens van dagvlinders binnen stedelijk gebied nader gekoppeld aan beheer. Daar komen leerzame resultaten uit. Verder wordt het onderzoek gespiegeld aan ervaringen en kennis uit Duitsland (Bunte Wiese Tübingen e.a.). Daar is de aanpak toch weer anders en dat kan ook voor Nederland een inspiratie vormen.
Sebastiaan Schep en Kees van Bochove
Witteveen+Bos en Datura
De eDNA voedselwebanalyse als tool voor de betere waterkwaliteitsmonitoring
Waterbeheerders monitoren om de waterkwaliteit te verbeteren. Inzicht in de toestand, maar vooral de processen die de toestand bepalen is essentieel. Een nieuw ontwikkelde techniek op basis van DNA: "de eDNA voedselwebanalyse" biedt kansen voor het waterbeheer. Met een unieke combinatie van technieken wordt op basis van één watermonster zowel een kwalitatief als kwantitatief beeld verkregen van het voedselweb. We krijgen niet alleen een beeld van de vissen, algen en zoöplankton, maar ook van bacteriën en andere eukaryoten. Dit kan vergaande gevolgen hebben voor onze kennis van het leven onder water, en daarom voor de monitoring van de toekomst! In deze presentatie duiken we met u in de principes van de techniek, laten we resultaten zien van een aantal praktijkcassussen en verkennen we de implicaties voor het toekomstig beleid.
Ruben van Praag en Johannes Regelink
Hoek Hoveniers en Ranox
Breuksnoei: bomen veilig en ecologisch waardevol in de veteranenfase!
Bomen aan het eind van hun volwassenfase gaan van hun primaire kroon naar een secundaire kroon. Dit gaat gepaard met het uitbreken van takken en creëren van een nieuwe "binnen"kroon. In verband met veiligheid worden bomen dan vaak gekapt of gekandelaard. Bij gekandelaarde bomen is bekend dat ze vaak slecht slecht reageren op de snoei. Breuksnoei is een goed alternatief waarmee bomen veilig hun veteranenfase door kunnen. Juist in de veteranenfase worden bomen pas echt ecologisch waardevol.
Rob Bijlsma
Roofvogeldeskundige en auteur
Wat gaat er om in de wespendief?
Na 40 jaar onderzoek tot de slotsom komen dat bijna alles wat je denkt te weten van een soort niet blijkt te kloppen, of nog steeds een raadsel is.
Msc. Leo Norda
Universiteit Antwerpen
Strategie kiezen bij omvorming van voormalige landbouwgronden naar natuur
Een overmaat aan nutriënten in voormalige landbouwgronden is een belemmering voor het herstel van schrale natuurdoeltypen op deze gronden. In 2015 is het OBN project ‘omvorming voormalige landbouwgronden naar natuur’ van start gegaan. Hier is specifiek gekeken naar de omgang met overmatige voedingsstoffen om het herstel van voedselarme natuurdoeltypen op voormalige landbouwgronden te bevorderen. Hiervoor is een handreiking opgesteld die tracht te helpen bij het maken van de juiste keuzes van beoogde natuurdoeltypen onder bepaalde omstandigheden. Deze handreiking zal hier door middel van voorbeelden worden toegelicht.
Dr. ir. Arnold van Vliet
Wageningen University & Research (WUR) / Nature Today
De kracht en uitdagingen van citizen science projecten
Citizen science is populair. Als natuurliefhebber kun je tegenwoordig aan ontelbare projecten een bijdrage leveren. In deze presentatie laat ik zien wat citizen science projecten praktisch opleveren op gebied van kennis, kennisverspreiding, naamsbekendheid, samenwerking en draagvlak in de samenleving. Het zal duidelijk worden dat citizen science netwerken van onschatbare waarde zijn, maar dat het belang onderschat wordt. Ik gebruik de ervaringen van mijn eigen projecten zoals Natuurkalender.nl, Tekenradar.nl, Muggenradar.nl, Allergieradar.nl, Growapp.today en Essentaksterfte.nu. Tegelijkertijd laat ik zien dat het niet eenvoudig is om succesvolle citizen science netwerken op te zetten en draaiende te houden. Ik zal diverse praktische tips voor zowel coördinator en gebruiker van een citizen science netwerk geven.
Ir. Michelle Talsma
STOWA
Handboek ecohydrologische systeemanalyse beekdallandschap: een prikkelend verhaal voor een betere beek
Bij landinrichtingsprojecten zijn in het verleden veel beken ‘genormaliseerd’ (rechtgetrokken) om water beter af te voeren en zo wateroverlast te voorkomen. Dit heeft veel negatieve effecten gehad op de beekflora en fauna en geleid tot verdroging en wateroverlast benedenstrooms. De laatste 20-30 jaar is de weg terug ingezet. ‘Wat recht is moet krom’: waterschappen zijn volop bezig met hermeandering en herstel van de (grond)watersystemen. In deze workshop staat de ecohydrologische systeemanalyse centraal, leert u welke facetten er spelen bij beekherstel en denkt u mee over hoe we het ‘bedje kunnen spreiden’ voor de typische beeksoorten.
Ir. Friso van der Zee
Wageningen Environmental Research (Alterra)
Actieplan redding heischrale graslanden
Heischrale graslanden behoren tot de meest bloemrijke vegetaties in heidegebieden. Prachtige soorten zoals Valkruid en Welriekende nachtorchis kun je hier bewonderen. Maar helaas wordt het steeds moeilijker om deze te vinden. Heischrale graslanden zijn ernstig bedreigd, er is in Nederland nog maar 30 tot 40 hectare van over. Zelfs tot voor kort tamelijk algemene soorten als Tandjesgras en Hondsviooltje nemen de laatste jaren sterk af. Dat is extra zorgelijk omdat het om een prioritair Natura 2000-habitat gaat. Belangrijke oorzaak van de achteruitgang is de afname van de buffercapaciteit van de bodem en daarmee samenhangende bodemverzuring. Dit is het gevolg van de stikstofdepositie. En ondanks alle goede bedoelingen daalt de depositie van stikstof in Nederland niet. Daarom is een ‘actieplan redding heischrale graslanden’ opgesteld. Kunnen we kansrijke herstelacties uitvoeren? En waar moeten die uit bestaan? De noodzaak om de heischrale graslanden te redden en het areaal uit te breiden begint door te dringen en de eerste plannen voor gebieden, aanpak en financiering worden gemaakt. Maar we zijn er nog lang niet. Hoe gaan we zorgen dat het actieplan een succes wordt?
Drs. Carlijn van Tijen
Hoe kunnen we de ecologische druk door jagende huis- en verwilderde katten verminderen?
Huiskatten en verwilderde katten vormen voor vogels misschien wel de grootste antropogene bedreiging. Stedelijke natuur wordt steeds belangrijker als toevluchtsoord voor soorten, maar dat is moeilijk te rijmen met de onnatuurlijk hoge dichtheid aan jagende katten in stedelijk gebied. Wat te doen? Jagen is impopulair en programma’s om katten te vangen, onvruchtbaar te maken en terug te zetten zijn werkzaam, maar duur en intensief. Een recent ontwikkelde manier om katten het jagen te verhinderen, is de kat een gekleurde stoffen kraag om doen. De kraag werkt doordat de felle kleuren voor de vogel goed zichtbaar zijn, en de kat verhinderen de vogel te besluipen. Twee wetenschappelijke studies bewijzen dat de kraag het jachtsucces met meer dan 80% terugbrengt. Besproken wordt op welke manier jacht door huiskatten momenteel (niet) in Nederlands beleid verankerd is, en welke rol de kattenkraag zou kunnen spelen in het overhalen van katteneigenaren om hun verantwoordelijkheid meer te nemen.
Youri Jongkoen en Narda van der Krogt
Communicatiebureau de Lynx
Deel je groene successen!
Hoeveel geslaagde mitigatieprojecten, bijzondere vondsten tijdens inventarisaties, of mooie resultaten van natuurherstelprojecten zullen er wel zijn, maar toch weet niemand er van… Je hebt niet voor niets iets behaald waar je best een beetje trots op mag zijn of iets gerealiseerd wat een hele goede bijdrage levert aan de natuur. Want daar doen we het voor, toch? Toch hebben we als groene vakmensen de neiging om, bescheiden als we zijn, onze succesje niet te delen met anderen. Waarom? In de workshop 'Deel je groene successen!' verkennen we samen wat nou een succes is (hoe klein ook) en waarom dit in de groene sector toch vaak niet gedeeld wordt. Ook geven we handvatten om je successen wél te delen en hoe je de wereld kan laten zien waar jij trots op bent en mag zijn.